Leeswijzer

Dit webartikel is gebaseerd op het Trendscenario en de Themaverkenningen. De onderbouwing voor de hier gepresenteerde teksten, cijfers en figuren kunt u in deze onderdelen vinden, tenzij anders aangegeven. Het Trendscenario en de Themaverkenningen geven een beeld van hoe onze volksgezondheid en zorg zich de komende 25 jaar ontwikkelen als we op de huidige voet door zouden gaan en niets extra’s zouden doen. Op deze manier kunnen de maatschappelijke opgaven voor de toekomst in kaart gebracht worden.

Kernboodschap

De zorguitgaven stijgen door demografie en technologie
De zorguitgaven stijgen met gemiddeld 2,9 procent per jaar tot 174 miljard euro in 2040. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. Een derde deel van deze groei komt door de vergrijzing en de groei van de bevolking, en twee derde door andere factoren zoals technologie. Technologische ontwikkelingen, waaronder (vaak dure) nieuwe medicijnen, zorgen voor een grote groei in de uitgaven aan bijvoorbeeld kanker. In 2040 wordt ruim vier maal zoveel uitgegeven aan de behandeling van kanker als in 2015. De relatie tussen technologie en zorguitgaven is complex. Technologische innovaties in de zorg kunnen kosten besparen, maar dan moeten wel kosteneffectieve interventies worden gebruikt en de oude technologie worden vervangen. Dit vraagt veel van de manier waarop de zorg wordt georganiseerd.

De zorguitgaven verdubbelen tot 174 miljard euro in 2040

De zorguitgaven stijgen met gemiddeld 2,9 procent per jaar tot 174 miljard euro in 2040. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. De zorguitgaven per persoon stijgen van 5.100 euro in 2015 tot 9.600 euro in 2040. Uitgaven zijn hier uitgedrukt in prijzen van 2015, en omvatten zowel collectieve als private uitgaven. Het aandeel van de zorguitgaven als percentage van het BBP Bruto Binnenlands Product (Bruto Binnenlands Product) neemt toe van 12,7 procent in 2015 naar 16,4 procent in 2040. Dit is gebaseerd op een veronderstelde groei van het BBP van 1,8 procent per jaar. Een derde deel van de groei in zorguitgaven komt door de vergrijzing en de groei van de bevolking. Twee derde is toe te schrijven aan andere factoren zoals technologie. Technologie omvat bijvoorbeeld nieuwe medicijnen, maar ook nieuwe apparatuur voor diagnostiek en behandeling, zoals scanapparatuur en operatierobots.
 

Van de uitgaven aan verschillende ziektegroepen groeien die voor de behandeling van kankers het snelst

De groep van psychische stoornissen, inclusief dementie en verstandelijke beperking, blijft ook in 2040 de ziektegroep waaraan het meest wordt uitgegeven. In de periode 2015-2040 stijgen de uitgaven aan de behandeling van kanker het snelst, met gemiddeld 6 procent per jaar. In 2040 wordt ruim vier maal zoveel uitgegeven aan de behandeling van kanker als in 2015. Het aandeel van deze diagnosegroep in de totale zorguitgaven stijgt van 7 procent in 2015 naar 14 procent in 2040.

Van de groei in uitgaven aan kanker is een zesde deel toe te schrijven aan demografische ontwikkelingen, en vijf zesde deel aan andere factoren zoals technologie. Technologie bestaat hier voor een belangrijk deel uit nieuwe medicijnen. Hierdoor zien we dat de groei in de mate waarin kanker voorkomt en de zorguitgaven aan kanker uit elkaar gaan lopen. Eenzelfde patroon, maar iets minder sterk, zien we bij hart- en vaatziekten. Bij dementie lopen de mate van voorkomen en de zorguitgaven grotendeels gelijk op (zie figuur).

Gebruikte indicator(en): Het aantal mensen met een bepaalde aandoening, en de absolute zorguitgaven aan bepaalde aandoeningen, 2015-2040.

Het aantal mensen met een bepaalde aandoening wordt op verschillende manieren geoperationaliseerd (o.a. jaarprevalentie, 10-jaarsprevalentie), afhankelijk van de aard van de aandoening. Onder hart- en vaatziekten vallen: beroerte, coronaire hartziekten, endocard/klepafwijkingen, hartfalen en hartritmestoornissen. Onder dementie vallen de ICD codes F01-F03, G30. Deze vallen onder de hoofdgroepen zenuwstelsel (Alzheimer) en psychische stoornissen (onder meer vasculaire dementie). Voor kanker is de gehele ICD-hoofdgroep genomen (alle tumoren).

Gebruikte bron(nen): NIVEL Zorgregistraties eerste lijn; Nederlandse Kanker Registratie; Kosten van Ziektenstudie  van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

Meer informatie

Van de uitgaven aan verschillende zorgsectoren groeien die aan ouderenzorg het snelst

Van alle zorgsectoren stijgen de uitgaven aan de ouderenzorg het snelst, van 20 procent van de totale zorguitgaven in 2015 naar 25 procent in 2040. Absoluut gezien betekent dit een toename van 17 miljard naar 43 miljard. Ongeveer driekwart van deze groei is toe te schrijven aan demografische ontwikkelingen. Het aandeel van de uitgaven aan zorg voor 65-plussers stijgt van 44 procent in 2015 naar 59 procent in 2040.

De relatie tussen zorguitgaven en technologie is complex

Technologische ontwikkelingen verklaren een belangrijk deel van de groei in zorguitgaven. Technologische innovatie heeft daarin een dubbel gezicht. Trends in het verleden laten zien dat technologie leidt tot meer zorguitgaven. Maar de inzet van technologie kan ook leiden tot besparingen. De relatie tussen zorguitgaven en technologie is complex, en meerdere mechanismen spelen hierbij een rol. Nieuwe technologie schept bijvoorbeeld vaak meer vraag naar zorg. Denk aan minder invasieve operatietechnieken die ook voor fragiele patiënten geschikt zijn. Daarnaast slaan positieve effecten van zorg in het algemeen en zorgtechnologie in het bijzonder ook neer buiten de zorg, zoals een toegenomen arbeidsparticipatie. Deze effecten worden niet meegenomen bij de evaluatie van de inzet van nieuwe zorgtechnologie. Ook worden de technologische mogelijkheden in de zorg sterk beïnvloedt door ontwikkelingen buiten de zorg. Dit maakt sturing lastig.

Kosten besparen door inzet technologie gaat niet vanzelf

Een voorwaarde voor het bereiken van kostenbesparing door de inzet van nieuwe technologie is dat er gestuurd wordt op het toepassen van kosteneffectieve interventies en het tijdig stoppen met het bekostigen van achterhaalde technologie. Dat vereist een actief beleid. Nieuwe technologieën maken ook verplaatsing van zorg van de duurdere tweede naar de goedkopere eerste lijn mogelijk. Dit leidt tot kostenbesparing, mits ‘oude’ vormen van zorg worden uitgefaseerd. Dat gaat niet vanzelf, omdat niet alleen het werk, maar ook de financieringsstroom wordt verschoven. Dit kan weerstand veroorzaken omdat dit leidt tot verlies van inkomen in de tweede lijn. Er zijn ook innovaties die juist tot vertrek van zorg uit de eerste naar de tweede lijn leiden, omdat het leidt tot complexere zorg. Verplaatsing van 'duur' naar 'goedkoop' gaat dus niet vanzelf, en vraagt veel van de manier waarop de zorg is georganiseerd.

Handen aan het bed zijn moeilijk te automatiseren

Ondanks alle technologische vooruitgang blijft zorg voor een groot deel nog altijd mensenwerk, goed voor 1,4 miljoen banen in Nederland. Anders dan in de landbouw, industrie en zakelijke dienstverlening, laten veel banen in de zorg zich niet weg automatiseren. Daardoor zal de productiviteit nooit zo sterk kunnen stijgen als in die andere sectoren, wat de inzet van arbeid relatief steeds duurder maakt. Er is nu al een tekort aan arbeidskrachten in bepaalde domeinen, zoals in de ouderenzorg, en door de vergrijzing zal de zorgvraag stijgen. In combinatie met het feit dat veel zorg zich niet gemakkelijk laat automatiseren is het garanderen van voldoende handen aan het bed daarom een belangrijk aandachtspunt is voor de toekomst.