Leeswijzer
Dit webartikel is gebaseerd op het Trendscenario en de Themaverkenningen. De onderbouwing voor de hier gepresenteerde teksten, cijfers en figuren kunt u in deze onderdelen vinden, tenzij anders aangegeven. Het Trendscenario en de Themaverkenningen geven een beeld van hoe onze volksgezondheid en zorg zich de komende 25 jaar ontwikkelen als we op de huidige voet door zouden gaan en niets extra’s zouden doen. Op deze manier kunnen de maatschappelijke opgaven voor de toekomst in kaart gebracht worden.
Kernboodschap
De zorg verandert door technologie en veranderende rol patiënt
Technologie kan veel voor onze volksgezondheid betekenen en de zorg ingrijpend veranderen. Het gebruik van technologie in de zorg neemt toe, maar vooral de digitalisering gaat minder snel dan in andere domeinen van ons dagelijks leven. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag, zowel binnen als buiten de zorg. Dit maakt het ingewikkeld om technologie in de zorg uit te breiden. Patiënten doen steeds meer zelf, en dit wordt versterkt door nieuwe technologische mogelijkheden. Dit vergt nieuwe en andere vaardigheden van zorgverleners en patiënten, maar ook aandacht voor groepen die er moeite mee hebben.
Technologie kan de zorg ingrijpend veranderen…
Technologieën zoals robotisering, 3D-printing, gentechnologie en Virtual Reality (VR) kunnen in de toekomst veel voor onze volksgezondheid betekenen en de zorg ingrijpend veranderen. Dit geldt ook voor data-gedreven technologie zoals eHealth, Big Data, en Artificial Intelligence. Er worden veel innovatieve technieken ontwikkeld, ook in de zorg. Er zijn bijvoorbeeld VR toepassingen die succesvol worden ingezet bij de behandeling van posttraumatische stressstoornis en angststoornissen. Gentechnologie kan voor de diagnostiek en behandeling van veel aandoeningen van grote betekenis zijn. Bij kanker is het bijvoorbeeld mogelijk de genetische eigenschappen van een tumor te bepalen om daarmee te voorspellen welke behandeling het beste zal aanslaan. Hierdoor kunnen patiënten zorg op maat krijgen (personalised medicine). Ook eHealth toepassingen zoals sensoren en wearables maken zorg op maat mogelijk.
Diagnoses en behandelingen worden in de toekomst dus steeds specifieker. Dit leidt tot een toename van unieke behandelpaden. Net als in veel andere landen is de gezondheidszorg in Nederland ingericht op een manier die uitgaat van het bereiken van een zo groot mogelijke groep met de best mogelijke behandeling. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van standaardisatie van medische behandelingen, logistieke processen en infrastructuur. De organisatie van de zorg zal zich dus aan moeten passen aan de toenemende personalised medicine.
Door de voortschrijdende technologische mogelijkheden verschuift zorg ook steeds meer naar bij de patiënten thuis. Zo zal naar verwachting een deel van de zorg voor mensen met kanker zich in de toekomst verplaatsen van de polikliniek naar het eigen huis van de patiënt. Dit vergt aanpassingen in het zorgsysteem en in de vaardigheden van zorgprofessionals en patiënten.
….maar invoering en brede toepassing in de zorg gaan niet vanzelf
Het gebruik van technologie in de zorg neemt toe, maar blijft achter bij de mogelijkheden. Vooral de digitalisering gaat minder snel dan in andere domeinen van ons dagelijks leven. Meerdere factoren lijken hierbij een rol te spelen. Zorgverleners en –inkopers ervaren belemmeringen in de zorginkoop, kostenbeheersing en wet- en regelgeving. Ook zijn zij niet altijd op de hoogte zijn van alle mogelijkheden. Verder zijn er belemmerende factoren in de zorgsector zelf. De toepassing van technologieën zoals eHealth vraagt veel van de organisatie van de zorg. Zo moeten zorgverleners én patiënten over de juiste digitale vaardigheden beschikken. Voor sommige mensen, zoals laaggeletterden en ouderen, zal dit lastig zijn. Deze groepen vragen daarom speciale aandacht van de zorg en de zorgverlener. Ook zijn er mensen die misschien wel de vaardigheden hebben, maar die niet mee willen in de steeds verdere digitalisering. Patiënten en zorgverleners zijn vaak behoudend (status quo bias) en ook wordt vaak niet geleerd van succesvolle voorbeelden (het not invented here-syndroom). Een andere belemmering is dat IT (Informatietechnologie)-systemen niet goed op elkaar aansluiten. De uitbreiding van technologie in de zorg is met al deze factoren een erg complex vraagstuk.
Nieuwe technologieën brengen naast kansen voor de volksgezondheid ook risico’s met zich mee. Denk aan het schenden van de privacy als de groeiende hoeveelheid gezondheidsdata voor verkeerde doeleinden worden gebruikt. Ook het stimuleren van inactiviteit en de steeds grotere afhankelijkheid van internet en van elektriciteit zijn risico’s van het toenemend gebruik van technologie. De inzet van nieuwe technieken roept ook ethische dilemma’s op, zoals vraagstukken over het recht om dingen niet te willen weten, en het manipuleren van genetische informatie en maakbaarheid. Een ander vraagstuk dat zich aandient met de inzet van nieuwe techniek is wie er verantwoordelijk en aansprakelijkheid is als het onverhoopt misgaat.
De patiënt doet steeds meer zelf
Leven met een chronische aandoening vergt veel van patiënten. De komende decennia neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen toe en zal zelfmanagement steeds belangrijker worden. Zelfmanagement is de actieve rol die mensen met een chronische aandoening hebben om complicaties te voorkomen en de aandoening goed in te passen in het dagelijks leven. In de toekomst zal waarschijnlijk een steeds groter beroep worden gedaan op een actieve rol van mensen zelf. Het is de verwachting dat nieuwe technologieën zoals eHealth toepassingen dit verder zullen ondersteunen.
Zelfmanagement zorgt voor spanningen in de relatie tussen patiënten en zorgverleners. Wat voor de zorgverlener belangrijk is, is dat namelijk lang niet altijd voor de patiënt. Het omgaan met deze verschillen en de vrijheid die patiënten nemen als ze hun ziekte zelf moeten managen is voor zorgverleners soms lastig. Autonomie betekent namelijk ook dat patiënten de vrijheid hebben om af te wijken van bewezen effectieve behandelingen. Patiënten willen dat zorgverleners erkennen dat zij als ervaringsdeskundigen ook specifieke en nuttig kennis hebben over hun aandoening. Door deze ontwikkelingen zal de rol van de zorgverlener veranderen. Zij zullen in de toekomst door patiënten steeds vaker worden aangesproken als ‘coach’, meedenker of voorlichter. De ondersteuning van patiënten en hun omgeving bij het maken van keuzes en het formuleren van hun wensen en behoeftes hoort daarom bij de nieuwe vaardigheden van zorgverleners.